Woensdag 8 Februari, Het was een koude, donkere winteravond en terwijl de meeste burgers zich thuis rondom de open haard hadden verzameld reden bussen volgeladen met Débaldérin-talent de weg op. Eindbestemming: Sporthal de Reehorst in Ede. Desbetreffende sporthal lag prachtig centraal gelegen achter een hotel, en was daarom moeilijk te spotten vanaf de weg. Toch lukte het alle débaldérin spelers het om er heelhuids aan te komen. Maar dat was niet het enige bijzondere aan de sporthal, nooit eerder mochten de spelers zulk prachtig glanzend vloer parket aanschouwen. De vloer glansde zo mooi dat je, als je goed keek, bijna jezelf kon zien spelen. Het kon zijn dat dit een enigszins verwarrende werking kon hebben op onze hoofdfiguren, want ondanks vele pogingen tot scoren wisten enkel Anouk en Amy de bal met succes door het mandje te sturen. De tegenstander, die natuurlijk gewend was aan de spiegel die zich onder hun voeten bevond, had iets minder moeite om te scoren. Desalniettemin was de stand met vier punten verschil bij rust nog te overzien, dus de débaldérin spelers gingen strijdlustig de tweede helft in. De tweede helft was een wedstrijdhelft vol nieuwe inzichten. De scheidsrechter bleek ook maar gewoon een mens en kon het dus ook niet laten om eens een blik naar de grond te werpen om te zien of zijn haar goed zat. De tegenstander bleek veel meer talenten te bezitten dan korfbal, de levende bowlingbal bijvoorbeeld konden sommige spelers uitstekend ten uitvoer brengen. Taric en zijn tegenstander lieten zien dat er tijdens de wedstrijd ook genoeg ruimte was voor ander vermaak, samen lekker over die prachtige vloer heen rollen bijvoorbeeld. Al met al ging men die dag met een tevreden gevoel naar huis.